Vitamine B12 en ijzer, foliumzuur en vitamine B6
Foliumzuur en vitamine B6
Er zijn twee vitaminen die belangrijk zijn in verband met vitamine B12: foliumzuur en vitamine B6. Allereerst omdat beide vitaminen nauw samenwerken met vitamine B12, maar ook omdat een tekort aan één van beide nogal eens voorkomt naast een vitamine B12 tekort. Daarnaast zorgen deze drie vitaminen samen voor de normalisatie van homocysteïne in het bloed. Een te hoog gehalte aan homocysteïne is een risicofactor voor hart- en vaatziekten.
Naast deze twee vitaminen is ook ijzer van belang. Bloedarmoede ontstaat meestal door een ijzertekort, maar kan ook ontstaan door een tekort aan vitamine B12, B6 en/of foliumzuur. Vandaar dat het aan te raden is bij bloedarmoede op alle vier te testen. Vitamine B12 zorgt samen met vitamine B6 en foliumzuur voor de opname van ijzer door het lichaam. Bij een aandoening van de maag en/of darmen kan er aan meerdere vitaminen en/of mineralen een tekort ontstaan.
Foliumzuur
Tussen foliumzuur en vitamine B12 bestaat een nauwe relatie. Het lichaam heeft naast vitamine B12 ook foliumzuur (vitamine B11) nodig voor de groei en het instandhouden van het lichaam en de aanmaak van witte en rode bloedcellen. Samen met vitamine B12 is foliumzuur betrokken bij de vorming van purine en pyrimidine, bestanddelen van RNA en DNA, het erfelijk materiaal in de cellen van het lichaam. Daarnaast is het ook betrokken bij omzettingen van sommige aminozuren, zoals de omzetting van homocysteïne naar methionine. Een tekort aan foliumzuur kan bloedarmoede, darmstoornissen, vermoeidheid, depressie en geboorteafwijkingen veroorzaken. Te weinig foliumzuur kan ook leiden tot een te hoog homocysteïnegehalte in het bloed. Dit geeft mogelijk een hoger risico voor hart- en vaatziekten. Er is geen lichaamsvoorraad, zodat bij een tekort in het dieet snel een tekort kan ontstaan.
Mogelijke oorzaken van een tekort aan foliumzuur zijn onder andere: voeding met te weinig foliumzuur, bepaalde leverziekten, verstoring van de opname in de darm door een darmziekte, zwangerschap, borstvoeding, alcoholisme, nierdialyse en als gevolg van bepaalde medicijnen.
De werking van vitamine B12 is nauw verweven met die van foliumzuur, maar deze twee vitamines zijn niet onderling uitwisselbaar. Het toedienen van grote hoeveelheden foliumzuur kan weliswaar als gevolg hebben dat zowel de vitamine B12 als de foliumzuurafhankelijke reacties in het lichaam weer op gang komen, maar dit is slechts tijdelijk. Wanneer na het toedienen van foliumzuur een door een vitamine B12-tekort veroorzaakte bloedarmoede (tijdelijk) verdwijnt, wordt soms de voorbarige conclusie getrokken dat er sprake was van een tekort aan foliumzuur. Toediening van foliumzuur bij een vitamine B12-tekort laat wel een verbetering zien van de bloedwaarden (Hb en MCV), en kan daardoor een vitamine B12-tekort maskeren. Neurologische klachten als gevolg van een vitamine B12-tekort kunnen door het toedienen van foliumzuur verergeren, met als gevolg zenuwbeschadigingen die niet meer zijn terug te draaien. Vandaar dat er alleen foliumzuur gegeven mag worden als een vitamine B12-tekort is uitgesloten of al behandeld wordt. Om geen risico te nemen is het aan te raden om ook altijd vitamine B12 te geven.
In plasma is foliumzuur met name aanwezig als 5-methylterahydrofolate (5-methyl THFA). Eenmaal in de cellen wordt het omgezet in THFA, de actieve vorm. Voor deze omzetting is vitamine B12 nodig, en bij een gebrek hieraan wordt foliumzuur “vastgezet” als 5-methyl THFA, een inactieve vorm, waardoor er niet genoeg DNA gesynthetiseerd kan worden. Onder andere bloedarmoede en neurologisch/psychiatrische klachten kunnen door het gebrek aan THFA ontstaan.
Vitamine B6
Vitamine B6 speelt een belangrijke rol in de stofwisseling. Het is vooral nodig bij de afbraak en opbouw van aminozuren, de bouwstenen waaruit eiwitten zijn opgebouwd. Verder reguleert het de werking van bepaalde hormonen in het lichaam en is het een onmisbare stof bij de afweer, de groei, de bloedaanmaak en het zenuwstelsel. Vitamine B6 is samen met vitamine B12 en foliumzuur noodzakelijk voor het normaliseren van het homocysteïnegehalte in het bloed.
De symptomen van een vitamine B6 tekort zijn aandoeningen van het zenuwstelsel, bloedarmoede, gebrek aan eetlust, diarree, depressie, huidproblemen, verwardheid, verminderde weerstand en glossitis.
Hoge doseringen vitamine B6 kunnen leiden tot neurologische klachten zoals tintelingen. Daarnaast kan lichtgevoeligheid of een verslechtering van de geheugen- en denkprocessen optreden. Vermijdt langdurige hoge inname van meer dan 50-100 mg per dag, tenzij onder medische begeleiding.
IJzer
Het mineraal ijzer speelt een belangrijke rol bij stofwisselingsprocessen in het bloed en de lichaamscellen. IJzer is een belangrijk bestanddeel van hemoglobine, een onderdeel van de rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof van de longen naar de weefsels. IJzer is onmisbaar voor dat transport. Er zijn verschillende soorten ijzer: heemijzer en non-heemijzer. Symptomen van een ijzertekort zijn duizeligheid, vermoeidheid, een bleke huid, ademhalingsmoeilijkheden bij inspanning, hoofdpijn, hartkloppingen, een gebrekkige eetlust en tintelende handen en voeten. Een duidelijk tekort aan ijzer leidt tot bloedarmoede (anemie).
Een ijzertekort kan ontstaan door bloedverlies. Bijvoorbeeld na een operatie of bevalling, na een periode van langdurige of heftige menstruaties, of wanneer u gedurende langere tijd (ongemerkt) kleine beetjes bloed verliest, bijvoorbeeld in uw maag of darmen. Dergelijk ‘sluipend’ bloedverlies kan optreden bij gebruik van bepaalde pijnstillers (acetylsalicylzuur, ibuprofen, naproxen, diclofenac) of bij een ziekte van de maag of darmen. Ook kan een ijzertekort ontstaan door een toegenomen verbruik van ijzer (bij een kind in de groei of bij een vrouw in de zwangerschap), bij een ernstig tekort aan ijzer in de voeding (bij sommige ouderen of bij strenge vegetariërs) of door een verminderde opname van ijzer in de darm (door een ziekte van de maag of darmen).
Als het lichaam gedurende lange tijd te veel ijzer in het lichaam opslaat, kan schade aan de lever ontstaan. Hierdoor neemt mogelijk de kans op leverkanker, hart- en vaatziekten en diabetes toe. Uit voorzorg kunt u beter geen preparaten gebruiken met veel ijzer, tenzij uw arts dit adviseert.